Papa (2011)

 

Het is stil. Ik kijk om me heen en ik zie alleen maar huilende mensen. Ik weet waarom ze hier zijn, ik wil de rede alleen nog niet accepteren. Ik staar naar het salontafeltje waar een bord met worstenbroodjes op staat. Dat vond hij heerlijk. Dat weet iedereen. Daarom staan ze nu ook hier op tafel. Helaas kan hij er zelf nu niet meer van genieten. Bij het ophalen van deze herinnering moet ik glimlachen. Je zou hem echt wakker kunnen maken voor een worstenbroodje, of een roze koek, of een boterham met hagelslag! 
Op dat moment komt mijn moeder naast me zitten. Ze heeft het moeilijk, dat kan zien je aan alles. 'Ben je er klaar voor?' vraagt ze. Ik glimlach zuur en knik. 'Je kunt het, en anders neem ik het van je over.' zegt ze nu al voor de derde keer. 
Nog geen tien minuten later gaan er twee groten deuren open. In de deuropening staat een lange kale man in een duur uitziend pak. 'Komt u verder.' zegt hij alleen maar. 
Alle mensen in de ruimte lopen richting de deur. Zodra ik over de drempel van de deur stap voel ik me klein. Want de ruimte waar ik in terecht ben gekomen is mega groot. Alle muren zijn wit, met grote, hoge ramen aan de zijkant en het plafond is al even hoog. 
Maar ik voel me vooral klein omdat er misschien wel meer dan tweehonderd mensen in deze mooie ruimte zijn. Tweehonderd mensen die gekomen zijn voor maar een man. Een man die altijd voor iedereen klaar stond. Een man die altijd in was voor een grapje. Een man die gelukkig werd van het geluk van zijn gezin. Een man die een mooie vrouw en twee prachtige kinderen had. Een man die zichzelf mijn vader mocht noemen. Deze tweehonderd mensen waren gekomen voor mijn vader. Want mijn vader was er niet meer.

De lange kale man wijst ons waar we mogen gaan zitten. De voorste rij. Achter ons zit familie. Links van mij zitten mijn klasgenootjes van de Sint-Jozef school. Rechts van mij zitten mijn vaders collega's. Allemaal zijn ze hier gekomen om afscheid te nemen of om ons te steunen. Ik draai me om naar mijn klasgenootjes en zwaai. Iedereen zwaait vrolijk terug. Niemand heeft echt in de gaten hoe erg dit is. Hoe erg het is als je vader er niet meer is. Het is ze wel verteld dat het erg is, maar ze begrijpen het niet. 

Ik ga weer zitten en staar voor me uit. Nog geen tien meter van ons vandaan op een podium staat een kist. Een mooie witte kist met een mooi wit bloemstuk op de deksel. 
En in die kist ligt mijn vader. Dat weet ik zeker, want ik heb het zelf gezien. Ik heb zelf zijn kleren mee uit mogen zoeken die hij nu aan heeft. Een rood geruid overhemd met een blauwe spijkerbroek. In die blauwe spijkerbroek draagt hij een bruine riem. En als schoenen heeft hij grijze gympies aan. Maar het zijn geen gewone gympies. Nee het zijn mijn vaders gympies. En mijn vader hield van anders, ergens uit springen met iets nieuws of iets grappigs. Nee de gympies waren zeker niet gewoon, want de onderkant van zijn schoenen waren heel bijzonder. En daar was mijn vader trots op. Mijn vader was daar zelfs zo trots op geweest dat hij in de keuken van mijn oma zich in allerlei rare bochten had moeten wringen om het te laten zien aan haar. De onderkant van zijn schoenen hadden namelijk de vorm van een toetsenbord. En heel de familie had dat moeten zien. Zo was mijn vader nou eenmaal. 

Ik schrik op uit mijn gedachten als de lange kale man begint te praten. Hij staat op het podium, voor de kist van mijn vader. Hij praat door een microfoon en iedereen in de ruimte is meteen stil. Hij begint een tekst op te lezen die mijn moeder samen met hem en de familie geschreven heeft. 

‘Bedankt voor jullie komst. Op deze dag herdenken wij Michel. Michel was de stoerste, sterkste, grappigste en aller aller allerliefste papa van de hele wereld. Michel was iemand die alleen zichzelf kon zijn en die zich ook nooit anders voor zou doen. Hij was een man van principes met hoge normen en waarden. Eerlijkheid en echtheid waren ontzettend belangrijke voor hem. Hij was graag gezien, gezellig, hartelijk en altijd opgewekt wat er ook gebeurde. En altijd in voor een grapje of plagerijtje.’

Na dat korte praatje was het mijn beurt. Ik mag mijn gedicht dat ik samen met mijn moeder heb geschreven gaan voorlezen. Ik mag het gaan voorlezen aan meer dan tweehonderd mensen. En je zou denken dat een meisje dat net tien is geworden in haar broek zou plassen van de zenuwen. Maar dat is niet zo. Ik ga daar staan en begin. Terwijl ik lees slaat mijn stem drie keer over en de tranen stromen over mijn wangen. Het is zelfs zo erg dat ik niet meer kan lezen wat er op mijn papiertje staat. Maar dat maakt niet uit. Ik ken mijn gedicht uit mijn hoofd. Zonder nog naar het papiertje te kijken ga ik verder:

 

‘Nooit meer samen huiswerk maken in de ochtend. Nooit meer samen stoeien in de huiskamer. Nooit meer samen hardlopen door het dorp. En nooit meer samen knuffelen. Dat ga ik missen papa, ik hou van je en we zullen je nooit vergeten.’

 

Het was voorbij. Het was voorbij voor ik het door had. Ik keek nog een keer de ruimte in. Ik zag bijna niks door de tranen, maar ik weet wel dat ik geen moment bang ben geweest. Ik ga zitten en de ceremonie gaat verder. Er gaan nog veel mensen praten. Ik luister niet naar iedereen tot dat mijn opa naar voren loopt. Hij gaat bij de microfoon staan en begint te praten. Het lijkt goed te gaan tot hij breekt. Hij barst in huilen uit en vraagt of mijn oma het van hem over wil nemen. Maar zei hoor hem niet, ze staart diep in gedachten naar de kist die achter haar staat. Ik zie dat opa zich bij elkaar raapt en verder gaat. Hij maakt zijn gedicht helemaal zelf af.

 

Als afsluiter van de ceremonie mag ik met mijn klasgenootjes witte ballonnen loslaten. Iemand van het bedrijf had de ballonnen alvast buiten gezet en vast geknoopt aan een steen. Vlak voor dat wij naar buiten wilde gaan, waaien er twee trossen met ballonnen de lucht in. Ik zie het zo gebeuren. ‘Mama! De ballonnen!’ roep ik geschrokken. Ik wil weer gaan huilen, maar dan zegt mijn moeder: ‘Dat heeft papa vast gedaan. Hij heeft de ballonnen weg laten waaien. Dit is zijn aller laatste grapje dat hij met ons uit wilde halen.’ Ik knik en lach door mijn tranen heen. Daar zou ze nog eens gelijk in kunnen hebben, dit was papa’s laatste grapje.

 

Uiteindelijk hebben mijn moeder, mijn broertje en ik met zijn drieën een ballon los gelaten. Dat was een moment om nooit te vergeten zo mooi.